Hoe zit leesontwikkeling in elkaar?

Hoe zit de leesontwikkeling in elkaar? 

0 tot 2 jaar

De voorschoolse periode: bij baby’s, peuters en kleuters wordt de basis gelegd voor hun taal- en leesontwikkeling. Investeren in hun vroege geletterdheid en kennismaking met verhalen en lezen levert levenslange voordelen op. Meteen vanaf de geboorte leren baby’s mondelinge vaardigheden, naar taal luisteren en op taal reageren. Door veel te praten met baby’s wordt hun taalontwikkeling steeds meer gestimuleerd.


2 tot 6 jaar

Bij ‘ontluikende geletterdheid’ (0-4 jaar) maken kinderen kennis met geschreven taal, bij ‘beginnende geletterdheid’ (4-7 jaar) raken ze steeds vertrouwder met teksten en letters en krijgen ze eerste lees- en schrijfvaardigheden mee.

Het verband tussen gesproken en geschreven taal leggen kinderen ongeveer op hun 4 jaar. Ze beseffen dat je taal kan spreken, maar ook een geschreven taal kan voorlezen of in stilte lezen. Kleuters kunnen al zeggen dat ze een verhaal grappig of leuk vinden, tonen inzicht in verhaalstructuren en leggen verbanden tussen verhalen. Ze maken connecties tussen hun eigen leefwereld en de wereld in het boek. Eens vertrouwd met een aanbod thuis, kiezen ze zelf bewust welk boek ze willen laten voorlezen. Als voorlezer kan je ondersteuning bieden bij iets complexere taal, kan je door vragen te stellen verbanden en structuren in een verhaal explicieter maken, en met het kind kijken naar illustraties.

 

6 tot 12 jaar

In deze fase leren kinderen zelf lezen. Er ontstaat tijdens het leesproces een voortdurende wisselwerking tussen (cognitieve) deelvaardigheden: decoderen van letters, woorden herkennen, betekenis geven, verbanden leggen tussen zinnen … Technisch en begrijpend lezen zijn vaardigheden die hand in hand gaan en niet als aparte competentie behandeld zouden mogen worden.

Veel factoren spelen tegelijkertijd een belangrijk rol voor een goed tekstbegrip:

  • Woordenschat: hoe meer woorden je kent, hoe makkelijker een tekst te begrijpen is. Pas als kinderen vloeiend lezen, kunnen ze de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context.
  • Kennis van de wereld: lezers moeten de inhoud van een tekst kunnen koppelen aan wat ze al weten. Hoe meer de kennis uit teksten aansluit op de kennis van hun eigen wereld, hoe sneller kinderen de tekst begrijpen. Een kind dat verzot is op voetbal en nog niet goed kan lezen zou een tekst over voetbal sneller kunnen begrijpen dan een kind dat goed leest, maar geen interesse heeft in voetbal.
  • Leesstrategieën: kinderen passen een bepaalde strategie toe en gebruiken bijvoorbeeld titels en tussenkoppen om sneller te weten waarover een tekst gaat. Ze hebben een leesdoel voor ogen en monitoren hun tekstbegrip: ze zoeken bepaalde woorden die ze niet kennen op of herlezen stukjes.
  • Het verbale werkgeheugen: tijdens het lezen is het beter dat je je kan focussen op één taak: het decoderen van woorden, focussen op betekenis van zinnen of op de boodschap in een tekst …
  • Leesmotivatie: dit is onlosmakelijk verbonden met leren lezen. De leesmotivatie groeit bij succeservaringen en vooruitgang. Leesplezier kan een drijfveer zijn om meer te gaan lezen.

De leesvoorkeur van kinderen evolueert sterk in deze fase. Waar ze eerst verhalen kiezen met sympathieke personages in een realistische wereld, verbreedt dit naar verschillende morele kwesties in verhalen, minder zwart-witdenken, verschillende perspectieven, verschillende motivaties bij personages … Verschillende genres worden ook uitgediept, zoals poëzie, spannende verhalen, avonturenverhalen … De volwassene heeft hier een belangrijke rol om te helpen kiezen via o.a. boekpromotie, stukjes voorlezen, boeken zichtbaar opstellen in de klas, een boekendate houden …


12 tot 20 jaar

Er zijn vaak grote verschillen wat leesvaardigheid betreft bij jongeren in het secundair onderwijs: van zeer vlotte tot bijna laaggeletterde lezers. Het aantal minder sterke lezers groeit in deze fase, zij hebben vooral moeite met tekstbegrip, missen woordenschat en passen geen leesstrategie toe. Nochtans verwerven kinderen de basisvaardigheden voor lezen tijdens de basisschool. Ook tijdens het secundair onderwijs moeten lezen als activiteit en leesvaardigheden dus voldoende onderhouden worden.




Bron: ©  | Iedereen Leest


Hoe zit leesontwikkeling in elkaar?

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x